In de schoot van de nacht

Je komt uit je deur, stapt in de straat

Voelt de schemer strelen

Ginds zakt de dag met hoongelach in de zee

 

Je loopt door het rood, over de brug

Het begint te jeuken

Je bent uit het zicht en een loensend licht neemt je mee

 

Je bent nergens meer welkom. Ze moeten je niet, die kliek

Maar waar je altijd welkom bent is vanonder in de muziek

 

Je valt, je valt, je valt en je verweert je niet

Je valt, je valt, je valt in de schoot van de nacht

En het zuigende lied

 

Hier in de kuil achter de maan

Is het dansen of sterven

Je zit in de val van een donker heelal zonder god

 

De prijs wordt met zoveel krassen betaald

Dat je ervan gaat zingen

De ziel klinkt het mooist gelooid in een verruwde strot

 

Leven is gloeien, een dierlijke huivering

Voel de bassen je eer verbrassen in de duizeling

 

Je valt, je valt, je valt en je verweert je niet

Je valt, je valt, je valt in de schoot van de nacht

En het stotende lied

 

Leven is gloeien, een dierlijke huivering

Voel de bassen je eer verbrassen in de duizeling

 

Je valt, je valt, je valt en je verweert je niet

Je valt, je valt, je valt in de schoot van de nacht

En het loeiende lied