Ken je die nachten alleen in de stad
Als je zoekt naar de plek waar het zindert
En dat de zaterdagdeining ritselt en woelt
De belofte die je dan voelt
Ja, ik ken die nachten waarnaar je me vraagt
De honger, de dorst, het gemis
En altijd die wolf waar ik ook ben
Het hart dat jaagt, jaagt, jaagt en eenzaam is
Ken je die wegen dwars door het land
De roofvogel zwevend met vanbinnen die brand
En je rijdt en je rijdt zonder reden of doel
Alleen nog maar op je gevoel
Ja, ik ken die wegen waarnaar je me vraagt
De honger, de dorst, het gemis
En altijd die wolf waar ik ook ben
Het hart dat jaagt, jaagt, jaagt en eenzaam is
Ken je die kamers stil in de nacht
De ramen staan open, de wind murmelt zacht
De vrouw die je liefhad slaapt naast je in bed
En het is anders ineens dan daarnet
Ja, ik ken die kamers waarnaar je me vraagt
De honger, de dorst, het gemis
En altijd die wolf waar ik ook ben
Het hart dat jaagt, jaagt, jaagt en eenzaam is
Het hart dat jaagt, jaagt, jaagt en eenzaam is